Joods-Christelijke Dialoog

Genesis 47 - Lukas de Groote

Deze bijdrage van Lukas de Groote verscheen eerder in Stethoscoop op Genesis, uitgegeven door de stichting Amphora Books, 2010.

Jozef de machthebber

Onteigening en deportatie
Genesis 47: 13-26 is een lastig te begrijpen gedeelte in het boek Genesis. Hier wordt beschreven hoe alle Egyptenaren eerst al hun geld aan Jozef moeten geven in ruil voor voedsel, vervolgens hun vee en tenslotte zichzelf en hun grond.
Verder regelt hij een massale volksverhuizing, waarbij hij de mensen in een ander deel van het land laat wonen. De verbondenheid met hun eigen stukje grond gaat zo verloren. Om beter toezicht te houden laat hij hen ook in grotere wooncentra wonen (Genesis 47:21). In het boek ‘Lekach Tov’ wordt als verklaring voor deze deportatie gegeven dat Jozef hierdoor van elke Egyptenaar een vreemdeling maakt. Daardoor zouden de Egyptenaren meer begrip kunnen opbrengen voor Jozefs familie, die immers ook vreemdelingen waren.
De enigen die hun grond niet hoefden te verkopen waren de priesters. Ook de Griekse geschiedschrijver Herodotus vermeldt dat priesters in Egypte geen belasting hoefden te betalen. En de zonen van Jakob krégen zelfs grond in Gosen. (Het begunstigen van familie was iets dat in die tijd volkomen werd geaccepteerd).

Afkeurenswaardig of aanvaardbaar?
In veel commentaren probeert men een verklaring te geven voor deze handelwijze van Jozef.
Zo zegt Deurloo (in ‘De gezegende te midden van zijn broeders’) over dit gebeuren: Jozef wist Egypte en Kanaän leeg te roven. Eerst worden de mensen in Egypte van al hun bezit beroofd, daarna worden zij tot huurslaven gemaakt en wordt de band met hun akkers doorgesneden. Dit verhaal behoort tot de meest cynische stukken uit de bijbel. Jozef blijkt een vloek te zijn voor de Egyptische bevolking.
Ook Pirson zegt in zijn boek ‘De dromer van Hebron’ dat Jozef een meedogenloos leider was.
Luzzatto echter vindt Jozefs handelwijze geniaal: Hij liet de mensen hun familiebanden behouden, ook al kwamen zij in een andere omgeving te wonen.
De Joodse filosoof Philo (omstreeks het begin van de jaartelling) schrijft over Jozef als de ideale staatsman.
Hedendaagse rabbijnen beschouwen Jozef als wijze Tora-geleerde. Hij was dienstbaar voor anderen op een bescheiden wijze. Ook rabbijn Hirsch zegt, in navolging van Nachmanides, dat Jozef zeer coulant omging met de Egyptische bevolking.
Vrijwel alle commentatoren lijken krampachtig op zoek te zijn om Jozefs daden toch maar in een gunstig daglicht te stellen.

Staatsstructuur in Egypte
Privébezit in Egypte bestond al niet meer in de tijd van de Griekse geschiedschrijver Herodotus. De bevolking was lijfeigene van de staat tot aan de tijd van Nasser. Dat deze historische situatie ooit ontstaan is doordat een Semitische slaaf als hoge ambtenaar dit regelde lijkt zeer onwaarschijnlijk. Wel heeft de schrijver van Genesis 47 in zijn verhaal Jozef verantwoordelijk gemaakt voor dit hele gebeuren. Hoe commentatoren en rabbijnen er ook over mogen denken, Jozef wordt in dit verhaal als autoritaire heerser voorgesteld die de macht van de staat enorm liet toenemen en de mensen van hun bezit en vrijheid beroofde.
Zo’n houding past niet bij het beeld van een integere betrokken regeerder die hart heeft voor zijn onderdanen. Het past wel bij iemand die een centraal gezag wilde handhaven. Past dit laatste wel bij een man als Jozef?
Ja, volgens mij wel, als men tenminste afstapt van het idee dat Jozef een man was met hart voor zijn medemensen.


Levensloop van Jozef in Egypte
Laten we eens zoeken of er aanwijzingen zijn in het leven van Jozef die zijn gedrag kunnen verklaren.
Zodra hij uit de gevangenis gehaald wordt scheert hij zich (Genesis 41:14). Daarmee wordt hij qua uiterlijk een Egyptenaar. Semitische mannen droegen namelijk baarden. Egyptische mannen gingen geschoren door het leven.
Als zijn oudste zoon Manasse geboren wordt zegt Jozef onomwonden dat God ervoor gezorgd heeft dat hij zijn familie kan vergeten.
Bij de naamgeving van zijn tweede zoon zegt hij dat hij zich pas in Egypte kan ontplooien (Genesis 41:51-52).
Verder blijkt hij op Egyptische manier aan waarzeggerij te doen. Hij heeft een zilveren beker waarin hij meent de toekomst te kunnen voorspellen (Genesis 44:5 en 15).
Als zijn vader en broers en verdere familie in Egypte komen, brengt hij hen onder in het gebied Gosen, afgescheiden van de Egyptische bevolking. Maar zelf blijft hij aan het Egyptische hof. Tenminste, als zijn vader ziek wordt moet hem dat door anderen meegedeeld worden. En als hij op bezoek gaat met zijn twee zoons blijkt Jakob hen niet eens te kennen (Genesis 48:8).
Jozef was zozeer Egyptisch geworden dat hij zelfs zijn vader liet balsemen (Genesis 50:2) en hem een Egyptische staatsbegrafenis gaf (Genesis 50:11).
Een bijkomend opmerkelijk iets is dat Jozef wel heel religieus was en de goden raadpleegde, maar dat hij op geen enkel moment contact zoekt met de God van zijn vaderen. De naam JHWH (‘Heer’) komt niet over zijn lippen.

Conclusie
Mijn conclusie is dan ook dat Jozef zich los heeft gemaakt van zijn Semitische achtergrond en als Egyptenaar wilde leven. En voor een Egyptenaar die macht verkregen heeft is het de normaalste zaak van de wereld om mensen als slaaf te behandelen. Zo wordt Jozefs houding tegenover de Egyptische bevolking volkomen begrijpelijk: Hij wilde niets meer van doen hebben met wat de Tora zegt, namelijk dat de naaste is zoals jij zelf bent (Leviticus 19:17 en 34).
Ook Pirson zegt in zijn boek ’De dromer van Hebron’ dat Jozefs naam uit Israël verdwijnt. Er is geen stam naar hem genoemd en hij krijgt geen grondgebied. Dit gaat over op zijn zoons.
En toch, … juist via de mensonwaardige aanpak van deze man bereikt God zijn doel, namelijk uit Abrahams zaad een volk te laten ontstaan dat een zegen kan zijn voor de mensheid. Voor God gaat namelijk het leven vóór alle principes, hoe juist die ook lijken.
En in Jozefs laatste uitspraak is een glimp van hoop: Hij wil dat zijn beenderen meegenomen worden door de Israëlieten als zij generaties later naar het land van belofte gaan (Genesis 50:25). Dan wordt hij na zijn dood toch weer toegevoegd aan het volk waar hij van afstamt.

Toelichting

Hieronder toelichtingen op de zondagslezingen voor de komende 4 weken.