Joods-Christelijke Dialoog

Genesis 40: 21ev - Lukas de Groote

Deze bijdrage van Lukas de Groote verscheen eerder in Stethoscoop op Genesis, uitgegeven door de stichting Amphora Books, 2010.

Jozef in de gevangenis.

De misstappen van de schenker en de bakker.
Nadat Jozef na de gebeurtenissen in het huis van Potifar een vooraanstaande positie gekregen heeft in de gevangenis, wordt hij geconfronteerd met twee hovelingen van Farao. Deze mannen waren daar in verzekerde bewaring gezet in afwachting van hun vonnis.
Er waren intussen negen jaar verstreken!
Over de aard van de overtredingen van deze twee hoge ambtenaren wordt niets verteld. De rabbijnen zeggen: men had een vlieg gevonden in de beker wijn die de schenker had ingeschonken. En in het brood dat de bakker gebakken had was een kiezelsteentje aangetroffen.
Een dergelijke verklaring past wel bij de latere veroordeling van beiden. De overtreding van de schenker wordt vergeven, en die van de bakker niet. De verklaring hiervan kan zijn de vlieg in de beker terecht gekomen kan zijn nadát de schenker de beker ingeschonken heeft. De bakker heeft geen excuus omdat het kiezelsteentje in het deeg is gekomen vóór het bakken.
Een tweede punt is dat in vers 1 bij de schenker de bijstelling ‘van de koning van Egypte’ staat, en bij de bakker niet. Was de schenker volledig in dienst van de koning van Egypte en had de bakker ook nevenwerkzaamheden?

De droom van de schenker
Na een nachtelijke droom die beide hovelingen hadden zijn ze ’s morgens volkomen ontdaan. Dromen werden in het oude Egypte beschouwd als aankondigingen van toekomstige gebeurtenissen, die misschien nog afgewend konden worden.
Ontredderd als ze zijn nodigt Jozef hen uit hem hun dromen te vertellen. En hij beweert dat droomuitleggen een gave van God is, en die gave heeft hij nu eenmaal. Voor Egyptische oren moet dit wel erg arrogant geklonken hebben, want daar werd men pas droomuitlegger na een gedegen opleiding.
In de droom van de schenker zag hij een wijnstok die snel uitbotte en vrucht droeg. Onmiddellijk nam de schenker de druiven, perste ze uit en gaf het sap als wijn aan de Farao. Deze drie werkwoorden: nemen, uitpersen en geven, geven de actieve instelling weer van de schenker. (Bij de bakker is in zijn droom niets van activiteit te bespeuren).

De uitleg van de droom
Jozef verklaart dat alles zijn beslag zal krijgen binnen drie dagen. Dit maakt hij op uit het snelle verloop van de gebeurtenissen. Dan zal de schenker weer in de gunst komen bij de Farao.
Direct aansluitend smeekt Jozef of de man een goed woordje voor hem wil doen bij de Farao, want hij zegt onschuldig in de gevangenis beland te zijn. (Dat Jozef hier zegt dat hij ‘gestolen is’ bewijst dat hij beseft dat zijn broers hem niet als slaaf verkocht hebben, maar langstrekkende handelaren hebben hem uit de put gestolen).

De droom van de bakker
Als de bakker de gunstige uitleg van de droom van de schenker gehoord heeft, begint hij met ‘ook ik’, daarmee vooruitlopend op een even goede afloop. Ook in zijn droom is sprake van het getal ‘3’, maar de drie manden zijn gevlochten van twijgen, en tussen die twijgen zijn er gaten. (Meestal wordt vertaald ‘manden met witbrood’, maar de vertaling ‘manden met gaten’ lijkt beter). In de manden bevindt zich deegwerk. Opmerkelijk is dat de bakker zegt dat alleen de bovenste mand baksel voor de Farao bevat. Zou hij wat zich in de onderste twee manden bevindt voor eigen gewin willen verkopen? Via de gaten in de (bovenste) mand konden vogels van de baksels stelen die voor de Farao bestemd waren.

De uitleg van de droom
Ook hierbij verklaart Jozef dat alles zich binnen een termijn van drie dagen zal afspelen. Ook de bakker zal verhoogd worden, maar niet op een overdrachtelijke manier zoals bij de schenker. Nee, letterlijk, want hij zal op een paal gespietst worden, en de vogels zullen zijn vlees eten in plaats van het brood.
De rabbijnen menen te weten hoe Jozef wist welk vonnis de bakker te wachten stond. De bakker had in zijn droom namelijk zelf al verteld dat hij ten dode opgeschreven was. Een vogel zou namelijk nooit uit een mand op iemands hoofd brood durven pikken als die persoon nog leefde. Bij iemand die doodstil staat durven ze het wel. Met andere woorden: de bakker verklaarde zichzelf in de droom al dood.

De afloop
En inderdaad op de derde dag, de verjaardag van Farao, verleende hij de schenker amnestie. En de bakker? Hem wachtte het lot dat Jozef voorspeld had. En Jozef, die wordt door iedereen vergeten. Tot God de tijd rijp acht voor zijn verlossing.

P.S.: Alle verjaardagen waar in de Bijbel sprake van is hebben een dramatische afloop: Hier, bij Farao, wordt iemand opgehangen. Als de kinderen van Job hun verjaardag vieren komen ze alle tien om doordat het huis instort en als Herodes zijn verjaardag viert laat hij Johannes de Doper onthoofden. Vandaar dat Jehovagetuigen dan ook geen verjaardagen vieren.

Toelichting

Hieronder toelichtingen op de zondagslezingen voor de komende 4 weken.