Joods-Christelijke Dialoog

Genesis 29 : 16, 17 - Lukas de Groote

Deze bijdrage van Lukas de Groote verscheen eerder in Stethoscoop op Genesis, uitgegeven door de stichting Amphora Books, 2010.

Incest in bijbelverhalen.

Inleiding
Dat in de Bijbel openlijk gesproken wordt over seksueel geweld kan een gewone bijbellezer niet ontgaan. Het aantal verkrachtingsscènes is legio. Twee van de bekendste zijn, in Genesis 34 de aanranding van Dina, de dochter van Jakob, door een Sichemiet en die van Tamar door Amnon in 2 Samuel 13. Ook het verhaal over David en Bathseba lijkt hiertoe te behoren, maar Bathseba speelt daarin een actieve rol.
Bij de aanranding van Tamar door Amnon speelt nog een ander aspect een rol. Amnon was namelijk Tamars halfbroer; beiden waren kinderen van koning David. Nu kwamen huwelijken tussen broer en (half)zus aan vorstenhoven vaker voor, maar hier is sprake van aanranding. Na afloop van het gebeuren bagatelliseert Tamars broer Absalom het hele gebeuren door voor te stellen dat zo’n aanranding door een familielid niet iets is om zich druk over te maken. Maar het meisje blijkt hierna geen enkel perspectief meer te hebben in haar leven; dus van zo’n gering belang was deze verkrachting toch niet. En op den duur is het zelfs de aanleiding voor Absalom om zijn broer Amnon te vermoorden.
Een nog dramatische geval van incest vinden we in het boek Genesis. Om maar gelijk te zeggen waar het om gaat: het seksuele misbruik dat Laban van zijn dochter Rachel maakte. Bijbellezers die de verhalen over Laban en zijn dochters Lea en Rachel en zijn neef Jakob kennen, zullen dit niet gemakkelijk herkennen in vertalingen. Zelfs als men de verhalen over deze vier mensen in Genesis 29-31 grondig bestudeert, zonder deze visie erbij te betrekken, zou niet gauw op deze gedachte komen. Daarom wil ik de lezer meenemen op een ontdekkingstocht (letterlijk en figuurlijk) in deze verhalen en ik hoop daarmee mijn stelling te onderbouwen.

Jakob arriveert bij familie
Als Jakob in Genesis 29 na een lange reis aankomt in de buurt van Haran, de stad waar zijn moeder vandaan kwam, heeft hij het gevoel thuis te komen. Drie keer wordt in vers 10 het woord ‘moeder’ gebruikt. Verder is er in dit vers sprake van een put, een bron. Het is dezelfde put/bron als die in Genesis 24, waar de knecht van Abraham Rebekka ontmoet. Daar kon Rebekka zomaar water putten, maar hier is de put afgedekt door een grote steen. Jongens zeggen dat ze niet in staat zijn deze steen weg te halen; en Jakob? Dat Jakob wel de steen van de put haalde, staat wel in vertalingen, maar niet in de originele tekst. Daar staat dat hij het ‘liet’ doen. Iemand anders deed het.
In Hooglied 4:12 wordt verteld wat in symbolische taal bedoeld wordt met een afgesloten put/bron:
Zusje, bruid,
een besloten hof ben jij,
een gesloten tuin,
een verzegelde bron.
Dat de bron van het meisje verzegeld is, betekent dat een vreemde er niet zomaar gebruik van kan maken. Maar in het verhaal van Genesis 29 was het niet Jakob, maar blijkbaar een ander die de steen van de put/bron haalde. Wat deze symboliek betekent zal later duidelijk worden.
In Genesis 29: 16 en 17 worden we geïnformeerd over de familie van Rebekka, Jakobs moeder: haar broer Laban, en diens twee dochters, Lea en Rachel, die dus nicht van Jakob waren.

Lea en Rachel
Opmerkelijk is wat verteld wordt over het uiterlijk van deze beide meisjes. Nergens in de Bijbel wordt iets negatiefs over het uiterlijk van een vrouw gezegd. Als de schrijver het niet nodig vindt daar iets over te zeggen betekent dit dat uiterlijke kenmerken niet relevant zijn in het verhaal.
Van Lea wordt hier gezegd dat zij ‘zachte’ (  ) ogen had:  (beslist niet ‘flets’ of iets dergelijks). Haar ogen waren bijzonder, opvallend, en daarin was zij uniek. Hoe zij er verder uitzag is voor het verdere verhaal niet van belang, maar blijkbaar worden haar ogen een factor van belang. Later zullen we zien dat Lea veel meer ziet dan anderen, meer inzicht heeft.
En Rachel, die was  , mooi van uiterlijk en mooi van aanzien. Ook van Rachel wordt niets negatiefs gezegd maar opvallend is de tegenstelling met wat over het uiterlijk van Rebekka gezegd wordt in Genesis 24:16. Daar ontmoet de knecht van Abraham Rebekka, bij nota bene dezelfde put. Genesis 24: 16 beschrijft hoe de knecht Rebekka ziet:  zéér goed van aanzien (en daarbij: een maagd en geen man had haar bekend). In Genesis 24 wordt van het meisje (Rebekka) gezegd dat ze  ‘goed’ was en van Rachel wordt hier gezegd dat ze  ‘mooi’ was. Het woord ´goed´ heeft betrekking op het uiterlijk, maar ook op andere eigenschappen. Zoals de schrijver in Genesis 1 zegt: God zag dat het , goed was. Daarmee bedoelt hij niet alleen zoals het er uit ziet, maar vooral zoals het in wezen is.  ´mooi´ betreft alleen het uiterlijk.
Een nog opvallender contrast tussen wat van Rebekka gezegd wordt en wat van Rachel gezegd wordt is, dat Rebekka  ,‘maagd’ was en deze mededeling ontbreekt bij Rachel. De maagdelijkheid van Rebekka wordt op een heel nadrukkelijke manier weergegeven en bij Rachel wordt het helemaal weg te laten. Wat níet gezegd wordt spreekt soms duidelijk dan wat onder woorden gebracht wordt, en hier lijkt dit zeker het geval te zijn.
De schrijver zet ons aan het denken: Rebekka was als toekomstige bruid voor Izaäk de ideale vrouw: ijverig, zeer goed om te zien en zeer maagdelijk! Een Rachel? Misschien ook wel ijverig, fraai om te zien, maar maagdelijk?

De bruiloft
Nadat Jakob volgens afspraak zeven jaar gewerkt heeft als bruidsschat om met Rachel, op wie hij verliefd is geworden, te kunnen trouwen, worden de voorbereidingen voor het huwelijksfeest getroffen. Als Rachel de hele dag als bruid het middelpunt van het feest geweest is, breekt de avond aan. En wat doet Laban als het donker is? Hij laat Lea in Rachels plaats de tent van Jakob binnengaan.
Blijkbaar heeft Jakob daarna de hele nacht niet gemerkt dat het niet zijn geliefde Rachel waar hij het bed mee deelde, maar haar zuster Lea. Bij het licht worden komt vanzelfsprekend het bedrog uit, en Jakob maakt Laban dan de grootste verwijten. Laban op zijn beurt verklaart het bedrog door te wijzen op de gewoonte dat in Haran altijd eerst de oudste dochter uitgehuwelijkt wordt, en daarna pas een jongere zuster.
Maar zelfs als dit het geval was, wat te betwijfelen is, is de handelwijze van Laban verfoeilijk. Hij had tevoren open kaart moeten spelen.
Maar dit hele gebeuren roept wel vragen op:
• Waarom speelde Rachel overdag de bruid terwijl ze wist dat ze ’s nachts niet met Jakob zou slapen?
• Waarom speelde Lea dit spel mee, terwijl ze kon nagaan dat ze hiermee de haat van Jakob zich op de hals zou halen?
Dat Laban zich alle mensen om zich heen alleen maar als gebruiksvoorwerpen zag, blijkt uit de manier waarop hij over hen praat: In vers 24 wordt niet alleen Zilpa ‘slavin’ genoemd, maar zo noemt hij zijn eigen dochter Lea ook. En in vers 27, als hij het over Lea en Rachel heeft, duidt hij hen niet als mensen, maar als voorwerpen aan. Hij spreekt niet over ‘hen’ of ‘haar’, maar over ‘deze’ (‘de week van deze’, respectievelijk ‘het geven van deze’).
En dan staat in vers 28 nog een aparte uitdrukking: Laban gaf zijn dochter Rachel aan ‘hem’ (dat is Jakob) ‘voor hem’ tot vrouw. Wordt met dit tweede ‘hem’ wel Jakob bedoeld, of zou dit tweede ‘hem’ dubbelzinnig zijn, en ook op Laban betrekking kunnen hebben?

Huwelijken
Nu eerst wat informtie over huwelijkssluitingen in het Oude Testament. Het was een vereiste dat een meisje geen seksueel contact had voor haar huwelijk. Ze moest als maagd onder de hoede van haar vader of een ander mannelijke familielid blijven tot zij aan haar echtgenoot werd gegeven. Deze moest na de eerste huwelijksnacht het laken waar het paar op gelegen had aan de familie van het meisje tonen, zodat die het bewijs dat het meisje als maagd getrouwd was konden nagaan. Men geloofde in die tijd namelijk dat het eerste seksuele contact van het meisje met wat bloedverlies gepaard ging. Zelfs in onze tijd geldt in bepaalde kringen ‘als bewijs’ van maagdelijkheid het tonen van wat bloed na de eerste geslachtsgemeenschap. Een bebloed laken was het noodzakelijke bewijsstuk. Gelukkig weten wijze moeder hun dochters advies te geven hoe dit bewijs te leveren, ook als het meisje tijdens de ontmaagding niet gebloed heeft, of ze nu wel of geen maagd was. ‘Zorg dat je wat kippenbloed bij je hebt, zodat het laken een rode vlek heeft de volgende morgen, of prik jezelf in de vinger’.
In Deuteronomium 22:17 wordt dit zo beschreven (in de NBV): Hier is het kleed dat bewijst dat mijn dochter maagd was.
(N.B.: het is een groot misverstand dat ontmaagding met bloedverlies gepaard hoort te gaan; dit is maar in een beperkt aantal gevallen zo!).

Leugen of waarheid is niet relevant
Als mijn opvatting juist is, moeten we de verklaring voor het verwisselen van Laban van zijn beide dochters zien te vinden in dit gegeven: Rachel wist dat zij de morgen na de huwelijksnacht geen bewijs van haar maagdelijkheid kon leveren, in tegenstelling met Lea. We weten dat wat iemand in die tijd zei, niet betekende dat die persoon dit ook bedoelde. Nee, het ging om het bereiken van het doel, en het deed niet ter zake of men dit door middel van het uitspreken van een leugen voor elkaar kreeg, of door het spreken van de waarheid. Het enige dat telde was het doel dat men beoogde te bereiken.

Maagdelijkheid
Dat Rachel en Lea beiden van de feiten op de hoogte waren blijkt uit hun stilzwijgen over de ruil. Bij Lea kon de volgende morgen het bebloede laken getoond worden, van Rachel niet.
Maar het verhaal roept wel de volgende vraag op: Hoe wist Laban hiervan? Want hij verwisselde beide meisjes.
Door goed op nuances te letten kan op dit punt duidelijkheid verkregen worden. De schrijver probeert ons met bepaalde uitdrukkingen een sleutel in handen te geven om dit probleem op te lossen. Allereerst de overeenkomsten tussen de beschrijving van Rebekka en Rachel bij dezelfde put. De eerste op en top maagd, en de tweede?
Dan de steen op de opening van de put die niet door Jakob zelf is verwijderd.
En dan: in vers 26 worden Rachel en Lea opeens ‘jongste’, respectievelijk ‘eerstgeborene’ genoemd, terwijl zij verder in het verhaal gewoon als ‘grootste’ en ‘kleinste’ aangeduid worden. De uitdrukking ‘jongste’ en ‘eerstgeborene’ vinden we ook (zier keer zelfs) in het verhaal over Lot en zijn dochters, in Genesis 19. Daar is sprake van seksueel contact tussen vader en dochters. Dat in ons verhaal het woord ‘jongste’ voorop staat kan betekenen dat tussen de vader en deze jongste dochter iets dergelijks is voorgevallen.
Laban was een manipulator, en hij was geldbelust. Dat zien we als hij Jakob twee keer zeven jaar laat werken om de bruidsschat te verdienen, terwijl hij deze bruidsschat niet eens aan zijn dochters geeft, zoals gebruikelijk was (zie Genesis 31:15). Zo zullen bij Laban twee motieven een rol gespeeld hebben bij dit verwisselen van zijn dochters: hij verdiende dubbel aan zijn dochters en tegelijk was het probleem van de onkuisheid van zijn jongste dochter opgelost.

De incest
Wat hiermee nog niet verklaard is, is hoe Laban weet had van de situatie van Rachel. Trouwens ook Lea zal hiervan op de hoogte geweest zijn, want zij speelt het spel mee. De meest voor de hand liggende verklaring is dat Laban zelf degene was die Rachel van haar maagdelijkheid beroofd heeft! Dat hij dus een incestpleger was, iemand die seksueel geweld gebruikt had tegen een minderjarige, die aan zijn zorg was toevertrouwd.
En Jakob? Noch Lea, noch Rachel hebben hem ooit iets verteld over deze gebeurtenissen. Dit was een familiegeheim dat verborgen moest blijven, hoewel Lea wel een keer haar vader gedreigd heeft het wereldkundig te maken toen het leven van haar zuster Rachel op het spel stond.

Lea’s inzicht
Wat was het geval? Toen Jakob met zijn gezin wegvluchtte had Rachel de huisgoden van haar vader gestolen. Rachel had dit voor haar man verborgen gehouden, zodat Jakob onkundig was van het feit dat Rachel ze in haar kameelzadel verborgen had. En Jakob zwoer in Genesis 31:32 dat degene bij wie de beeldjes gevonden zouden worden niet in leven zou blijven.
En dan gaat Laban zoeken. In Genesis 31:33 staat dat hij alle tenten doorzocht, te beginnen bij die van Jakob. Maar de volgorde waarin hij dat deed is opmerkelijk: Jakob – Lea – de twee slavinnen… En dan? Dan staat er dat hij de tent van Lea uitging, en daarna pas de tent van Rachel onderzocht. Dit betekent dat hij voor de tweede keer de tent van Lea is binnengegaan. De aanleiding moet wel geweest zijn dat Lea hem hiertoe nodigde. Lea, met haar bijzondere ogen, had natuurlijk gezien dat Rachel de huisgoden van hun vader had, en zij besefte dat Laban die bij Rachel zou ontdekken. En toen moet zij gedreigd hebben het familiegeheim te verklappen als Laban de familiegoden zou vinden.
En dan wordt in vers 34 verteld dat Laban op de tast de tent van Rachel afzocht. Hij deed het als het ware met zijn ogen dicht. En Rachel probeert op haar manier handig te zijn door niet op te staan voor haar vader. Ze verklaart dit onbeleefde gedrag door te zeggen dat ze niet op kan staan ‘omdat het haar naar de wijze der vrouwen gaat’. Of ze daarmee bedoelde dat ze menstrueerde of zwanger was, is niet duidelijk. In elk geval moest Laban beseft hebben dat zijn huisgoden verborgen zijn in Rachels kameelzadel, maar hij heeft het lef niet ze daar te zoeken. Want hij weet dat Lea haar dreigement dan zal uitvoeren.

Een familiegeheim
En zo blijft het een geheim waar nooit openheid over gegeven zal worden. Laban zal er zelf niet over beginnen en Lea doet er, om haar zuster te ontzien, ook het zwijgen toe. En Rachel zelf wil dit trauma uit haar jeugd het liefst vergeten, hoewel zij, als zij alsmaar niet zwanger wordt, toch wel eens gedacht hebben dat dit mogelijk een soort straf zal zijn. Onvruchtbaarheid of voortijdige dood werd in die tijd namelijk vaak geweten aan zonden die men begaan had.

Is wat in deze uiteenzetting naar voren gebracht werd ook bewezen? Nee, zeker niet. Maar er zijn in de beschreven gebeurtenissen zoveel verdachte aspecten dat de mogelijkheid van incest wel serieus genomen moet worden. En ook in onze tijd zien we vrijwel altijd dat als er mogelijk sprake is van incest, het bewijs hiervan moeilijk te leveren is. Ook zijn alle betrokkenen, om verschillende redenen, geneigd zulke gebeurtenissen te ontkennen.

Toelichting

Hieronder toelichtingen op de zondagslezingen voor de komende 4 weken.