Joods-Christelijke Dialoog

Lucas 02: 36-38 - Bart Gijsbertsen

Zondag 30 december 2018
Zondag 29 december 2019
Zondag 27 december 2020
Zondag 26 december 2021

door Bart Gijsbertsen

Kerkelijk jaar: zondag na Kerst

Synagogaal jaar: 22 Tevet 5779. Op sabbat 21 Tevet stond op het synagogaal rooster Sidra Sjemot (Exodus 1:1 – 6:1).

Als de uittocht uit Egypte op handen is, beseft Mozes dat die bevrijding niet compleet is zonder dat het gebeente van Jozef meegaat. Jozef had immers zijn nazaten laten beloven zijn gebeente mee te nemen als God hen uit Egypte zou verlossen; ‘God zal zeker naar jullie omzien’. En zo is er deze midrasj:

Terwijl de kinderen Israels bezig waren de Egyptenaren van hun bezittingen te ontdoen (Ex 12:36), ging Mosje op zoek naar het gebeente van Joseef. En hoe wist hij waar Joseef was begraven? Het was Serach, de dochter van Aser, die Mosje de plek wees waar Joseef begraven was. Ze zei hem: ‘De Egyptenaren hebben een metalen doodskist gemaakt en hebben hem in de Nijl laten zakken’. Mosje ging staan aan de oever van de Nijl en riep: ‘Joseef, Joseef! De belofte die God gedaan heeft aan Abraham onze vader, is bezig waarheid te worden. Eer de Eeuwige, de God van Israel, en vertraag hun bevrijding niet. Want we worden teruggehouden door jou. Kom tevoorschijn, anders achten we ons van onze eed aan jou ontslagen.’ Daarop kwam de kist van Joseef omhoog.[1]

 

Wie is deze Serach die Mozes helpt het gebeente van Jozef te vinden?

Deze dochter van Aser komt drie maal voor in de Bijbel. In Genesis 46 vs 17 is zij onder degenen die met Jakob naar Egypte trekken. In Numeri 26 vs 46 staat zij bij degenen die uit Egypte wegtrekken – ca 400 jaar later. Tenslotte wordt ze genoemd in 1 Kronieken 7 vs 30 bij hen die het beloofde land binnengingen. Heeft zij het eeuwige leven of zo?

In Joodse commentaren is Serach legendarisch. Ze verschijnt voor het eerst in een uitleg als verteld wordt dat de broers van Jozef vanuit Egypte terugkeren naar huis en zich afvragen hoe ze Jakob moeten inlichten. Als ze bijna thuis zijn ontmoeten ze een meisje dat op een luit speelt en daarbij zingt. Aser herkent haar: het is zijn dochter Serach. Daar ligt de oplossing! Haar zullen ze het hele verhaal vertellen en dan kan zij het aan Jakob in liedvorm voordragen. En zo wordt Serach degene die tot Jakob zingt dat de verlossing nabij is.[2]

In een andere midrasj is Jakob zijn kleindochter hiervoor eeuwig dankbaar en belooft haar dat ze niet zal sterven maar meteen bij God zal worden opgenomen. Net zoals Elia kan zij dan ook zomaar op aarde verschijnen bij grote momenten in Israels geschiedenis.

Serach verbindt verleden, heden en toekomst. In Joodse kring staat ze symbool voor het eeuwige geheugen van Israel. Haar naam betekent ‘bevrijding’; waar zij verschijnt krijgt ‘Gods omzien naar zijn volk’ gestalte. Zo wordt het verschijnen van Serach ook een signaal: als zij verschijnt is verlossing gaande, wordt die als het ware hemels gelegitimeerd.

In Lucas 2 staat een korte maar opmerkelijke notitie. Over een weduwe op hoge leeftijd, die God onafgebroken diende in de tempel met bidden en vasten, dag en nacht. Daarbij de specifieke mededelingen: een vrouw uit de stam Aser; ‘een dochter van Fanoëel’, dochter van het ‘aangezicht van God’; ‘nooit weggeweest uit het heiligdom’.

En op welk moment laat Lucas deze dochter opduiken?

Hij heeft daarnet Zacharias en Maria laten citeren uit het ‘geheugen van Israel’ en zij herinnerden aan de woorden van Jozef en Mozes over Gods verlossend omzien naar zijn volk.[3] Zij zingen van een verlossing die aanstaande zou zijn vanwege de komst van een bijzonder kind. Op het moment dat dit kind, veertig dagen na zijn geboorte, in de tempel wordt voorgesteld, horen we hoe een dochter van Aser verschijnt en spreekt. ‘Dit eigen uur treedt zij naderbij. Zij dankt God en spreekt van hem tot allen die op Jeruzalems verlossing wachten’ (Naardense).

De inhoud van haar boodschap is verlossing, vrijkoping.[4] En we herkennen haar woorden; Jesaja 52:1-10 resoneert.

‘Hoe lieflijk gaan over de bergen de voeten van de vreugdebode die vrede laat horen, het goede boodschapt, redding doet horen, - tot Sion zegt: koning is nu je God!’

‘Barst los, jubelt tezamen, puinhopen van Jeruzalem,- want de ENE zal zijn gemeente troosten, Jeruzalem verlossen’.

Is Serach opnieuw de zingende vreugdebode die meldt dat Jakobs eerstgeborene leeft en dat hij Jakob/Israel en zelfs de wereld redt?

 

[1] Zie – ook voor de nog volgende midrasj – Mechilta de Rabbi Jisjmaël, Vajehi, Petichta en het commentaar in Tenachon 11 (pag. 177, 178).

[2] De schrijver Thomas Mann kende dit verhaal en verwerkte het lied van Serach in zijn boek Joseph und seine Brüder. F. Weinreb schrijft over haar in De Bijbel als schepping.

[3] Vgl. Luc. 1:48,54,68; Gen. 50:25; Ex. 4:31.

[4] Ook de lofzang van Simeon kan worden gehoord als een bevrijding van de zware wacht die de rechtvaardigen hadden, wachtend op degene die werkelijk verlossing zou brengen. Dat is iets anders dan de zwanenzang die er op oudjaarsavond soms van wordt gemaakt.

Toelichting

Hieronder toelichtingen op de zondagslezingen voor de komende 4 weken.