Joods-Christelijke Dialoog

Johannes 08: 31 – 59 - Harry Smit

Exegetische kanttekeningen

door Harry Smit 


1. In 2008 verscheen er een interessant proefschrift van Tineke de Lange getiteld: Abraham in Johannes 8, 31 – 59, zijn betekenis in het conflict tussen Johanneïsch christendom & Joodse omgeving. Zij constateert daarin allereerst dat Joh. 8, 31 – 59 een theologisch twistgesprek is tussen Jezus en een groep personen die aangeduid worden als ‘de joden die tot geloof gekomen waren aan hem’. De passage is interessant, maar ook problematisch:
* Voortdurend voel je discrepantie tussen aan de ene kant ‘joodse’ of ‘joods/christelijke’ opvattingen en tradities enerzijds en op het eerste gezicht zeer anti-Joodse uitspraken anderzijds. Voorbeeldje: In Johannes 8: 44 zegt Jezus over zijn tegenstanders dat zij van de duivel stammen!!!
* In heel het dispuut staat voortdurend de figuur van Abraham centraal. Wie is een kind van Abraham? Hoe is de verhouding tussen `Jezus en Abraham’? Daarmee gaat het gesprek ten diepste over de interpretatie van het Tenach.
* Veel commentatoren zien de passage als een weerspiegeling van de discussie tussen het jonge christendom en het rabbijnse jodendom. Tineke de Lange vindt dat een te brede benadering. Kernvraag volgens haar is: wat is de betekenis van Abraham voor het Johanneïsch Christendom en zijn joodse omgeving?

2. Een van de belangrijkste vragen is tot wie Jezus zich precies richt. Er staat in vers 30 – 31:
30 Terwijl hij deze dingen uitspreekt gaan velen in hem geloven.
31 Toen heeft Jezus gezegd, tot de Judeeërs die in hem zijn gaan geloven:
gíj, als ge blijft bij mijn woord, zijt ge waarlijk leerlingen van mij,
De conclusie in het proefschrift is dat het niet om verschillende groepen personen gaat in 30 - 59, maar dat het om dezelfde groep mensen gaat. Dus in het hele gedeelte 8: 31 – 59 spreekt Jezus tegen ‘Joden die in hem zijn gaan geloven’.

3. De gebruikelijke indeling is om de perikoop te verdelen in twee blokken: 31-47 en 48-59. Daarbinnen steeds argumenten die eenzelfde structuur vertonen: opening, reactie/discussie en afsluiting. Ik begrijp niets van het begin bij vers 46 zoals het Luthers leesrooster voorschrijft. Ook een begin bij vers 48 is lastig, omdat je midden in een twistgesprek valt. Het verwijt aan Jezus dat hij een Samaritaan is en een demonie heeft kun je niet goed begrijpen als je niet eerder hebt gehoord dat Jezus zijn gesprekspartners verwijt de duivel tot vader te hebben!!!! Helder onderscheid is wel dat het in 31 – 47 gaat om de identiteit van de Joden en in 48 – 59 gaat om de identiteit van Jezus.

4. Zaad van Abraham
Er is in de vroege joodse literatuur tot in de 2e eeuw een redelijk consistent beeld van Abraham als de vader van Israël/de Joden. Het gaat om de nakomelingen middels Isaak en Jacob en je hoort steeds de connotatie van ‘uitverkoren’ in een grote hoeveelheid teksten. Kritische noten zijn er ook en niet alleen in het NT. Deze kritiek is deels gebaseerd op ethische en morele argumenten (zaad zijn van Abraham impliceert rechtvaardigheid en inkeer) en deels op de vraag of rechtvaardigen uit de volkeren niet ook als kinderen van Abraham beschouwd moeten worden. Daarnaast wordt de term soms ook gebruikt voor mensen met een groot geloof en een bijzondere vroomheid, in 4 Makkabeeën gaat het zelfs om martelaren.
In het eerste gedeelte 31 – 47 gaat het steeds over Abraham en de vraag wie zijn kinderen zijn. In het gedeelte 48 – 59 komt Abraham voor gerelateerd aan de kwestie van ‘dood en eeuwig leven’ en pre-existentie.

5. Genesis 15 als sleutel tot het verstaan van Johannes 8: 31 – 59.
Meer dan welke andere tekst lijkt Genesis 15 de basis voor de discussie tussen Jezus en de “joden die in hem zijn gaan geloven”.

* Joh. 8: 33 zinspeelt op Gen. 15: 13 – 14 waar ‘zaad van Abraham’ verbonden is met slavernij.
* Joh. 8: 35 zinspeelt op Gen. 15: 2 over de plek van de dienaar en de zoon
* Joh. 8 vers 39vv. koppelt de kinderen van Abraham vooral aan zijn werken.
* Joh. 8: 52, 53: Genesis 15: 4 opent klassiek met de woorden die je voortdurend bij de profeten vindt
* Joh. 8: 52vv: De dood van Abraham wordt expliciet genoemd in Gen. 15: 15
* Joh. 8: 56: Opvallend verder dat Genesis 15: 1 opent met Abraham als iemand die een visioen ontvangt
* Joh. 8: 56: Verder is Genesis 15: 9 – 10 het gedeelte waar Abraham offert als teken van het verbond. Daarmee verbindt dit hoofdstuk bij uitstek het verleden met de toekomst en het leven van Abraham met het leven van het volk en de tempel. De Midrasj vertelt zelfs dat God tussen de stukken (vers 17) Abraham de verre toekomst heeft geopenbaard.

Samenvattend kun je zeggen dat vrijwel alle motieven rondom Abraham een lijntje hebben naar Genesis 15 en dat de discussie tussen Jezus en ‘de Joden die in hem zijn gaan geloven’ cirkelt rond de interpretatie van Genesis 15.

6. Preken over dit soort teksten is lastig en ook link, omdat er zoveel anti-Joodse uitspraken zijn die verkeerde sentimenten kunnen oproepen. Tegelijk is ook de felheid van Jezus woorden ongekend. Elke nuancering lijkt te ontbreken. Jezus is hier geen voorbeeld wat navolging verdiend. Het zou dus helemaal niet zo gek zijn om tegen dit soort teksten te preken! Fanatisme leidt tot oorlog en bloedvergieten.

In de geschillen over de uitleg van Genesis 15 mis je de mogelijkheid om meerdere lagen in de tekst te zien in het gesprek. Alles is zwart-wit! De rabbijnse uitlegtraditie staat lijnrecht tegenover dit model van alles of niets.

Valt er dan niets positiefs te zeggen over Johannes 8 vers 31 – 59? Jawel! Misschien dat discussies best wel scherp mogen zijn. Dat je in een goed gesprek de ander niet altijd hoeft te sparen. Dat emoties ook in gesprekken over ‘de waarheid’ (dat wat jou heilig is) hoog op kunnen lopen, ook bij Jezus. Dat brengt hem gek genoeg weer dichter bij ons, terwijl zijn uitspraken hem steeds verder van ons vandaan brengen. (hij weet wie God is, hij zegt de waarheid, etc). En dat het prettig is dat de Bijbel ook dit soort teksten bevat, die ons prikkelen, wakker schudden en in opstand doen komen! Het houdt je wakker en waakzaam voor de gevaarlijke kanten (fanatisme) van de godsdienst.


Harry Smit

Toelichting

Hieronder toelichtingen op de zondagslezingen voor de komende 4 weken.